Verwerking
- Begin met het maken van rachelwerk op je balklaag. Gebruik hiervoor rachels van 21,5x58 mm. Liggen je balken verder dan 60 cm uit elkaar? Dan adviseren we 2 rachels te gebruiken of dikkere rachels.
- Bevestig ze met een hart-op-hart afstand van maximaal 400 mm met twee schroeven per bevestigingspunt.
- Bevestig de stucplaten in verband en haaks op het houten rachelwerk.
- Bevestig de stucplaten met minimaal 6 gipsschroeven per plaat. En gebruik schroeven van minimaal 25 mm lang bij metalen regelwerk en minimaal 35 mm lang bij houten regelwerk.
- Let op! De schroefkoppen niet door het karton van de stucplaat draaien, dit om schade aan de gipskern en daarmee uitzakken van de stucplaten te voorkomen.
- Houd de langsnaden (lange zijde) tussen de stucplaten minimaal 5 mm tot maximaal 8 mm open.
- Sluit de kopse naden tussen de stucplaten en zorg ervoor dat ze zich bevinden op het hart van een houten rachel. En zorg ervoor dat de kopse naden tussen de stucplaten minimaal 10 cm ten opzichte van elkaar per plaatbreedte verspringen.
- Houd de stucplaten altijd minimaal 2 tot 3 mm vrij van de aangrenzende wanden.
- Bij het toepassen van openingen of hoeken in het plafond moet je op die plekken de pleisterdraagconstructie verstevigen. Bijvoorbeeld met de Levelline variabele hoekbeschermer.